“Hé, dat ziet er goed gesoigneerd uit!”, riep onze directeur sportif, terwijl hij met zijn vinger richting de glad geschoren en geoliede kuit van fietsmaatje B. priemde. Over het belang van goed gesoigneerd op pad gaan is al veel geschreven, maar het is dan ook een onderwerp van belang. Als je op de fiets zit moet het er ook een beetje goed uitzien, maar wel goed gedoseerd. Je moet er namelijk niet sneller uitzien, dan je kunt fietsen. Als je dat wel wil, dan zit er maar één ding op: net zo lang en net zo hard trainen totdat snelheid en uiterlijk weer met elkaar in overeenstemming zijn. Omgekeerd kan het overigens wel. Als je een gemiddelde van 35 of hoger km/h neerzet, dan kun je dat gerust met net zulke harige benen als de gemiddelde oerang-oetang doen.
Wielrenners hebben een feilloos gevoel voor traditie. Wie zich ooit in een geel shirt op de fiets heeft gewaagd, kan – in ieder geval binnen de reikwijdte van de Amsterdamse wielervolkje – rekenen op opmerkingen als “hé, kanarie!” of “hé, Joop Zoetemelk.” Dat wil niet zeggen dat elk geel shirt deze gevoelens oproept. Dat hangt sterk van het soort shit af. Het gele Presto-shirt van clubgenoot AM roept deze gevoelen niet op; Presto-shirts zijn immers voornamelijk geel. En een bijpassende fiets zorgt voor het natuurlijk evenwicht. Dat is mooi en dat is traditie. Riskant is het natuurlijk om je in de meest recente Sky-outfit te steken. In de eerste plaats is dat spul van Rapha nogal aan de prijs, maar je wekt wel bepaalde verwachtingen – namelijk, zeg maar, dat je net zo hard kunt fietsen als Richie Porte. Daar past geen opbollende buik bij die zwaar tussen de benen hangt. Een verbleek TVM-shirt kan natuurlijk wel weer; die is van je opa geweest of als je zelf wat ouder bent: vergeten af te trainen.
Het makkelijkst is natuurlijk om er niets aan te doen. Je koopt een fietsbroek, zoek een shirtje en daarover een blauw of oranje jasje en karren maar. Maar ja, dan kan de twijfel toeslaan. Wappert dat niet te veel, kan dat niet wat strakker of neem ik het wel serieus genoeg. Solo is dat wel vol te houden, maar in een groepje wordt dat al wat ingewikkelder. “Hé, dat shirtje wappert nogal, je kunt beter … of er zijn ook fraaie ….”, waarna een ongevraagd aankoopadvies volgt. Ondertussen blijkt je peloton een soort rijdende consumentenrubriek. Zemen worden vergeleken, en kniestukken, armstukken, regenjasjes en ook de bidons. Over de groepset van een ander spreek je niet, maar als je over je eigen nieuwe groepset begint, dan wel weer. En als fietsmaatjes B en M naast elkaar rijden, dan gaat het over naven, spaken en velgen – zeg maar wielen. Dat kunnen ze zich veroorloven, want ze verschijnen volledig gesoigneerd aan de start inclusief witte sokken en de juiste bril.
Vervelend wordt het als het fris is of erger nog als er een nare koude wind waait. Dan komen de windstoppers en regenjasjes te voorschijn en verdwijnen de zorgvuldig uitgekozen tricots onder het wit of zwart (en een enkeling rood) van de plastic overgooiers, zodat iedereen gelijk kleurt. Jammer, want goed gesoigneerd is nooit weg. Daarom zal ik nu het goed bewaarde geheim van onze altijd strak gesoigneerde directeur sportif onthullen en dat als tip van de maand presenteren. De wereld wordt er namelijk mooier van. Men drage de windstopper onder het tricot in plaats van het ding er overheen te doen. Dat is even warm of zelfs warmer, maar het staat gelijk wel een stuk beter. Doen dus!
Het zal duidelijk zijn dat je eigenlijk niks aan het toeval kunt overlaten. Hoewel? Onlangs wilde ik nog even snel een boodschap bij de lokale wielerzaak doen. Tien kilometer heen, tien terug, dus toch maar de racefiets. Niet te hard fietsen, behalve misschien de brugsprint want dat is niet te versmaden, dus de lange broek aan. En om een beetje te kunnen lopen de winterschoenen. En dan snel even het gebruikte clubshirtje in plaats van iets schoons. En omdat het niet echt warm leek, de armstukken. Het is immers maar voor een boodschap. Nadat ik heb afgerekend en met de fiets aan de hand wegloop, roept mevrouw W. – ook niet de eerste de beste wat wielerkleding betreft – uit een andere hoek van de zaak op mij en mijn fiets wijzend “goede combi!”. En zo sloeg eerst de twijfel toe, want gaat het om de traditie dan is het een ratjetoe en gesoigneerd is het ook niet. Maar uiteindelijk viel het kwartje: gesoigneerd is goed uitgevoerde functionaliteit. Let er maar eens op!
PS: BMX-ers zorgen er voor dat ze zo min mogelijk gesoigneerd zijn. Dat is dan eigenlijk ook gewoon een vorm van soigneren, maar dan met andere regels. Even dacht ik dat de BMX-outfit bestond uit te veel grote broeken, oversized t-shirts met toevallige print en een paar willekeurige gympen. Dat is niet zo. Ze hebben weliswaar hun eigen winkels (www.soul-cycle.com), maar het zijn gewoon fietsers. Alleen ze gaan anders gesoigneerd op pad.
Het bericht Gesoigneerd op pad verscheen eerst op Italiaanse Racefietsen.